De eerste dame van de revolutie
Door Paul Scheltus
BUENOS AIRES - Vilma Espín Guillos, de echtgenote van plaatsvervangend president Raúl Castro en de meest hooggeplaatste vrouw in de geschiedenis van de Cubaanse revolutie is maandag na een lang ziekbed in Havanna overleden. Volgens het staatscommuniqué dat over haar dood berichtte is zij 77 jaar geworden
“Met een innig gevoel van pijn, bericht de directie van onze Partij en staat aan het volk dat kameraad Vilma Espín Guillois, heldin van het clandestiene en onderscheiden militair van het Rebellen Leger en onvermoeibare strijdster voor de emancipatie van de vrouw en voor de verdediging van de rechten van het kind, overleden is,” begint het officieel bericht dat maandag op de website van de staatskrant Granma verscheen. Gisteren werd een dag van officiële rouw verklaard en zijn verscheidene plechtigheden ter nagedachtenis van Espín door het land gehouden.
Terwijl alle ogen zich de afgelopen tien maanden richtten op het ziekbed van Fidel Castro was het de officieuze eerste dame van Cuba die langzaam wegkwijnde. Mede omdat Fidel lang ongetrouwd bleef, was Vilma Espín al vanaf de begin dagen degene die de honneurs waarnam als vrouwelijk icoon van de revolutie.
Haar dood is de eerste van iemand die direct aan de heersende Castro familie is gelieerd sinds het overlijden van Lina Ruz, de moeder van de broers, in 1963. Over de aard van de ziekte en over de reactie van haar man Raúl Castro of diens broer Fidel staat niets in het bericht.
Vilma Espín werd geboren op 7 april 1930 in een welvarend gezin in Santiago de Cuba en studeerde aan de prestigieuze MIT universiteit in de Verenigde Staten. Ze was een van de eerste vrouwelijke chemisch ingenieurs van Cuba. Al heel vroeg sloot zij zich aan bij de revolutionaire bewegingen die het land in de jaren 1950 in hun greep hadden. Eerst vocht Espín onder leiding van de verzetsheld Frank País. Later sloot ze zich aan bij de 26 juli Beweging van Fidel Castro en “Che” Guevara die vanaf het Sierra Maestra gebergte Cuba veroverde en het door de VS gesteunde regime van Fulgencio Batista omverwierpen.
Raúl, de jongere broer van Fidel, had ze daarvoor al leren kennen, toen ze de groep jonge plannensmedende revolutionairen opzocht in Mexico in 1955. Met hem zou ze op 9 februari 1959 trouwen. Vilma laat vier kinderen en zeven kleinkinderen achter. De geruchten dat ze van Raúl gescheiden is, zijn nooit bevestigt.
Vanaf zijn oprichting in 1960 was Vilma Espín voorzitter van de Cubaanse Vrouwen Federatie, waarvan bijna negentig procent van de vrouwen op het eiland lid zijn. Zij werd geroemd voor haar strijd tegen discriminatie, racisme, machismo en analfabetisme.
Een van de eerste om te reageren op de dood van Espín was Rosario Murillo, de eerste dame van Nicaragua die daags hiervoor op Cuba was. “Vilma Espín was een trouwe vriendin, een metgezel van alle vrouwen van de wereld, in het bijzonder van de Latijns Amerikaanse vrouwen,” zei Murillo.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home