mn

Estancia Von Zillenstein ligt op de Argentijnse Pampa. Hier, temidden van grazende kuddes en wat maté drinkende gauchos, zijn mijn belevenissen uit El Sur del Sur, het meest zuidelijk gelegen land op aarde, terug te vinden.

Saturday, March 25, 2006

Massale optocht ter nagedachtenis

Tienduizenden demonstranten trokken vrijdagmiddag naar het centrum van Buenos Aires voor een optocht om de dertigste verjaardag van de laatste militaire coup te herdenken. 24 maart is nog geen twee weken geleden uitgeroepen tot een nationale feestdag, dus petje af voor de Argentijnen die er kennelijk in geslaagd zijn de stad gewoon draaiende te houden, ondanks de plotselinge onderbezetting (of is het toch, zoals Herald-collega James opperde, dat de bezetting altijd maar 25 procent is...)

Hoe dan ook was het voor de porteño een dag van tegenstrijdigheden. Enerzijds de herdenking van een genocide en dus reden om zich te bezinnen, anderzijds een vrije dag en dus reden om zich te bezatten. Allebei de keuzes waren ruim vertegenwoordigd als ook een groep twijfelaars die dronken de geschiedenis vervloekten.

Het hart van de demonstratie vormde een honderd meterslange doek met daarop de foto´s van desaparecidos, de vermisten. Het was confronterend om al die brave, ambitieuze en intelligente gezichten te zien, met naam en de datum waarop ze voor het laatst gezien zijn, vooral omdat het bijna allemaal ging om jongens en meisjes van mijn leeftijd. We, James en ik, spraken met familieleden van de gepotreteerden, die steevast het doek vasthielden bij een foto van een dierbare. De verhalen waren overweldigend.

Eén vrouw, Maria Pineto, was door de politie per ongeluk mee genomen. Ze kwamen eigenlijk voor haar zus, Olga. Ze bracht dagen door in een cel, uitgekleed en met handen en voeten gebonden, terwijl er voortdurend een bandje werd gespeeld met de opnamen van martelingen. Toen de vergissing opgehelderd was, werd ze thuis gebracht en Olga, lerares Engels, meegenomen. Die heeft ze nooit meer gezien.
Als je dan bedenkt dat er volgens mensenrechtenorganisaties 30.000 personen verdwenen zijn in de periode 1975-1983 en dat niemand van hen, zo wordt altijd beweerd, aan de martelingen ontkwam, dan is het wonder dat dit land geen grotere puinhoop is. Ze hebben eenvoudigweg een hele generatie uitgeroeid.

Woensdag sprak ik al met één van de Madres de Plaza de Mayo, de organisatie van familie leden die elke donderdag samenkomen op de Plaza de Mayo om aandacht te vragen voor hun vermiste dierbaren. In een café in de wijk Recoleta (´in deze buurt woont de vijand´) praatte wij twee uur lang over de verdwijning van haar broer Carlos. Hij was 59 jaar en werkte als burger bij de ESMA, een technische school van de marine. De ESMA is het beruchtste martelcentrum van de dictatuur geweest. De vreselijke dingen die daar gebeurden, zag Carlos af en toe. Dat vertelde hij aan zijn moeder en zijn zus en kennelijk ook aan een vriend. Dat laatste heeft hem zijn leven gekost.

Het meest nog raakte me de dapperheid van deze vrouw waar ik tegen overzat - 74 jaar en nog geen 1.50 meter. Keer op keer heeft ze tijdens de dictatuur bij militairen op de deuren staan kloppen om opheldering te vragen over de verdwijning van haar broer. Ze stond oog in oog met Alfredo Astiz (http://en.wikipedia.org/wiki/Alfredo_Astiz), die verantwoordelijk wordt gehouden voor de laffe moord op twee Franse nonnen. ¨ Ik was niet bang,¨zei ze, ¨daarvoor was de pijn te groot.¨



De demonstratie eindigde in het Plaza de Mayo waar de menigte vanaf het podium werd toegesproken. Sommige sprekers vonden het nodig om er een soort anti-regeringsbijeenkomst van te maken en van alles en nog wat te eisen, bijvoorbeeld een zes-urige werkdag! Helaas, vonden enkele demonstranten die wij spraken. Zo werd de aandacht van de belangrijkste boodschap - dit nooit meer - alleen maar afgeleid.

James en ik wisten ons intussen tot de persruimte door te dringen door slechts heel druk met een blocnote te zwaaien. De veiligheid was dan ook in handen was van vrijwilligers van de Arbeiders Partij met nergens een agent te bespeuren. Zo konden we voor het podium staan en de menigte van achter labiel ogende hekken aanschouwen. Een groep straal-bezopen getatoeëerde mannen die zich de Peronistische Jeugd noemden, maakte het leven voor de mensen vooraan zuur door met wijn te smijten en onderling op de vuist te gaan.


Toen bleek dat de Moeders van de Plaza zich halverwege de menigte begaven en het de bedoeling was dat zij door het midden van de meute naar het podium kwamen, ontstond paniek op het podium. De massa werd via de microfoons gesmeekt om plaats te maken, terwijl fotografen zich over de veiligheidsmensen heen worstelden om foto´s te nemen van de geplette dames. Uiteindelijk verscheen toch uit de hossende massa een vijftiental lieve oude vrouwtjes met witte sjaals om hun hoofd. Voor ons was dat het teken om te vertrekken en ons verhaal te gaan schrijven. De rest konden we op de televisie volgen.


* Ik zal voortaan proberen om om de twee dagen een nieuwe post te plaatsen*

** Het is mogelijk om commentaar achter te laten door op comments te klikken. Je hoeft geen lid te zijn, klik gewoon anonymous aan**

1 Comments:

Anonymous Anonymous said...

Goed verhaal zeg! Ik was er zelf ook bij en ik vind het echt vreselijk wat er gebeurd is. Hopelijk hebben die generaal hun lesje nu geleerd.

Groet Stefan

10:07 PM

 

Post a Comment

<< Home