Villa Tour
Argentië is een land van tegen- stellingen, zo leest misschien een afgezaagde slogan van de Argentijnse kamer voor toerisme. Want tegenstellingen zijn nou eenmaal voor de hand liggend in een land dat zich van de Zuidpool tot de tropen uitstrekt. Uitersten zijn er niet alleen over de breedte van Argentinië, maar ook binnen Buenos Aires. Wie de stad van noord naar zuid doorkruist daalt van de moderne weelde van Palermo en Recoleta af naar de vergane glorie van San Telmo en La Boca. Vanaf de schitterende appartamentsgebouwen in Parijse stijl met op de begane grond kledingboutiques of hippe koffiezaken naar de vervallen stadspaleizen uit het begin van de 19de eeuw, waar nu veertig families tegelijk in wonen.
Dat alles valt binnen het bezoek van de gemiddelde toerist, die Argentinië verlaat met het idee dat hij of zij gezien heeft hoe de twee helften van het land wonen en dat het allemaal weliswaar wat rommelig is, maar ¨dat heeft ook wel wat¨. En wonen in zo'n verpauperd koloniaal huis is misschien wel tochtig maar toch ook een avontuur!
Sinds kort echter, is er voor de diehard toerist ook de mogelijkheid om nog wat dieper af te dalen naar de woonplaats van de allerminst bemiddelde laag van Buenos Aires' maatschappij: de sloppenwijken.
Voor 60 dollar neemt Martin Roisi, eigenaar van Tour Experience, je mee naar Villa 20, zoals de spontaan ontstane wijk aan de rand van stad officieel heet. In de volksmond heten dit soort wijken villa miseria oftewel ´misery towns´. Dat was mijn vriend en collega journalist J.S. niet ontgaan en die zeurde net zolang aan het hoofd van Roisi dat hij en ik een baanbrekend stuk voor de Herald over zijn toer zouden schrijven dat hij ons voor niets meenam.
Villa 20 ligt ten zuidwesten van La Boca, langs de snelweg op een terrein dat eigenlijk van de stad is. Er wonen ongeveer 30.000 mensen, 40 procent Argentijnen, de rest Bolivianen en Paraguayanen. De Argentijnen zijn voor het overgrote deel afkomstig uit het arme noorden van het land. Ze zijn hier heengekomen voor werk, maar ook omdat in Buenos Aires het onderwijs en de ziekenhuizen gratis zijn.
Het belangrijkste dat je moet weten van een sloppenwijk, althans deze in Argentinë, is dat het bovenal een legale kwestie is. De grond waarop de huizen zijn gebouwd is niet gekocht, maar gewoon bezet, gekraakt zou je kunnen zeggen. Het gevolg is dat alles wat op die grond gebeurt een legale status ontbeert. Dat heeft voordelen en nadelen, zo bleek tijdens onze korte trip. Zo is het een heel gerompslomp om een huis te kopen of te verkopen - hetgeen wel degelijk mogelijk is. Met de koper ga je naar het kantoor van de ´president´ (een soort gekozen burgemeester) van de sloppenwijk, waar je met diens instemming en in aanwezigheid van een onafhankelijke getuige de koop bezegelt. Aan de andere kant, wie ´s ochtends bakker wil worden heeft ´s middags een broodjeszaak voor de deur geopend. Compleet met nummertjes trekken. Van bureaucratie geen sprake.
Martin, muziek en filmproducer in het dagelijks leven, zegt alle inkomsten uit de sloppen- wijktoer terug aan de mensen in de wijk te geven, waarvan een deel gaat naar de gezamelijke gaarkeuken in de wijk. De rest gaat naar mannen zoals Julio, goed ingevoerde bewoners van de Villa die de braaf toelachende toeristen op verzoek van Martin beschermen tegen andere wijkbewoners die het weer op hun fototoestellen hebben gemunt.
"De belangrijkste handel in Villa 20 is politiek", zei Martin, en wij vroegen natuurlijk wat hij daarmee bedoelde. Het komt er in feite op neer dat niets in de wijk gebeurt zonder medeweten van de ´president´. Die krijgt bijvoorbeeld van de overheid een zak geld om huizen te bouwen. Die centen verlaten de wijk niet. Iedereen die aan de projecten meewerkt woont in de wijk, bijna alle bouwmaterialen worden binnen de wijk verkregen en de nieuwe bewoners worden door de president aangewezen. Het laat zich raden dat tegen verkiezingstijd de meeste bewoners zich eerst goed laten instrueren over wie volgens de president de meest geschikte kandidaat is. (Nu is dat soort cliëntilisme de normaalste zaak van de wereld hier. Driekwart van de aanwezigen op de Plaza de Mayo ter viering van de onafhanklijkheid op 25 mei hadden op zijn minst gratis vervoer en een gratis lunch gekregen voor de moeite. Velen kregen van te voren nog eens 50 pesos (twee daglonen) toegestopt om ´Kirchner ook voor 2007´ te roepen.)
Wij liepen wat rond door Villa 20, bezochten een hele lieve mevrouw in haar bont geverfde krot, waar Martin een winkel voor handwerkzaamheden wil openen. Verder kregen we een biertje aangeboden van een aantal mannen die afkomstig waren uit de Chaco in noord Argentinië en zagen we de zon ondergaan achter honderden scheve televisie-antennes. Dat het ethisch een beetje moeilijk ligt om toeristen langs Zuid-Amerika´s armste sloebers te loodsen is een probleem voor ethici. Ik heb in iedergeval weer wat geleerd en ik denk dat voor veel toeristen ook geen kwaad kan om te zien hoe dit deel van de mensheid leeft.