mn

Estancia Von Zillenstein ligt op de Argentijnse Pampa. Hier, temidden van grazende kuddes en wat maté drinkende gauchos, zijn mijn belevenissen uit El Sur del Sur, het meest zuidelijk gelegen land op aarde, terug te vinden.

Tuesday, March 28, 2006

Herald




Here´s another photo of the Buenos Aires Herald newsroom taken last night. All of us work from the afternoon until midnight. It means we always have the latest news. It also means we go hungry and have very pale skin, but that apparantly is what looking like a journalist is all about.

Sunday, March 26, 2006

Where I live

This post is especially for you mum, because I promised to show you how I live.

The room I rent, which includes a bathroom, is in a former hotel on the Avenida Santa Fe, one of the the main arteries of Palermo. All the rooms, about ten in total, are on the first floor and connected by a long aisle, part of which is open to the elements. The rooms on either side have white walls and very high ceilings. At the end of the aisle there's a rather primitive communal kitchen and stairs leading up to the roof. The roof terrace is huge, but only has sun in the morning because an adjacent apartment building towers over it.

My fellow 'guests' are diverse bunch. There's a big Ecuadorian of about my age. He's a doctor and here to specialize in cardiology, which is apparently impossible in Ecuador. He has a wife and two babies in Ecuador, so he spends a lot of time worrying about them. He's a jolly individual otherwise and has adopted the Argentine habit of mistaking cooking for throwing about five kilos of assorted meats on the stove twice a day.


Then there's Ophelia, who's lived in this hotel for the past 40 years. She works as a concierge somewhere. She's all get and go. She asks me what I think of Argentine girls and then before I've even had a chance to answer, she'll start on about what prudes they are, and that anything the youth may do now pales in comparison the things she used to get up to in her day. And she kindly lends me her pots and pans to cook with.

There are also three Colombian students here who arrived a week after me. They share a room and all study journalism. They come from Medellí­n which by there description sounds like the best place in the world. We greet each other by closing our finger tips and thumb together, holding them in front our faces and saying "Que paí­s de miééééérda" in a bad imitation of the average Argentine.


Apart from them there's another Colombian of my age who has a beard and smokes a pipe, there's a lady who works at a launderette and doesn't believe for a minute I can cook. There are a one or two strange old men who never say a word and an entire family who live in two rooms. All very interesting.

The neighbourhood has anything you could possibly want. As you can see in the photo I live above a Chinese owned supermarket. It's pretty dicey, but luckily there are 3 other supermarkets within 200 metres of my front door. Next to my house is an cyber café which opens at 9 and closes at 3.30 am. There's a kiosk that sell cards for my mobile, a grocer, four butchers, two kiosks that sell the papers and the best baker of empanadas in town, all on my block along Santa Fe. Across the street there's a launderette that does all my washing and irons my shirts.


All in all, it's a nice place to live, although I still haven't found a café, a stamkroeg, to call my own. I'm writing this post in the studios of my local radio station, Radio Palermo.

It's all white walls and cream leather and, the reason I'm here, with wireless internet. It's about 8 blocks up from where I live within walking distance but to far to forget anything and have to go back.

I'm off now, Boca-River is about to commence and I don't want to miss it.

Saturday, March 25, 2006

Massale optocht ter nagedachtenis

Tienduizenden demonstranten trokken vrijdagmiddag naar het centrum van Buenos Aires voor een optocht om de dertigste verjaardag van de laatste militaire coup te herdenken. 24 maart is nog geen twee weken geleden uitgeroepen tot een nationale feestdag, dus petje af voor de Argentijnen die er kennelijk in geslaagd zijn de stad gewoon draaiende te houden, ondanks de plotselinge onderbezetting (of is het toch, zoals Herald-collega James opperde, dat de bezetting altijd maar 25 procent is...)

Hoe dan ook was het voor de porteño een dag van tegenstrijdigheden. Enerzijds de herdenking van een genocide en dus reden om zich te bezinnen, anderzijds een vrije dag en dus reden om zich te bezatten. Allebei de keuzes waren ruim vertegenwoordigd als ook een groep twijfelaars die dronken de geschiedenis vervloekten.

Het hart van de demonstratie vormde een honderd meterslange doek met daarop de foto´s van desaparecidos, de vermisten. Het was confronterend om al die brave, ambitieuze en intelligente gezichten te zien, met naam en de datum waarop ze voor het laatst gezien zijn, vooral omdat het bijna allemaal ging om jongens en meisjes van mijn leeftijd. We, James en ik, spraken met familieleden van de gepotreteerden, die steevast het doek vasthielden bij een foto van een dierbare. De verhalen waren overweldigend.

Eén vrouw, Maria Pineto, was door de politie per ongeluk mee genomen. Ze kwamen eigenlijk voor haar zus, Olga. Ze bracht dagen door in een cel, uitgekleed en met handen en voeten gebonden, terwijl er voortdurend een bandje werd gespeeld met de opnamen van martelingen. Toen de vergissing opgehelderd was, werd ze thuis gebracht en Olga, lerares Engels, meegenomen. Die heeft ze nooit meer gezien.
Als je dan bedenkt dat er volgens mensenrechtenorganisaties 30.000 personen verdwenen zijn in de periode 1975-1983 en dat niemand van hen, zo wordt altijd beweerd, aan de martelingen ontkwam, dan is het wonder dat dit land geen grotere puinhoop is. Ze hebben eenvoudigweg een hele generatie uitgeroeid.

Woensdag sprak ik al met één van de Madres de Plaza de Mayo, de organisatie van familie leden die elke donderdag samenkomen op de Plaza de Mayo om aandacht te vragen voor hun vermiste dierbaren. In een café in de wijk Recoleta (´in deze buurt woont de vijand´) praatte wij twee uur lang over de verdwijning van haar broer Carlos. Hij was 59 jaar en werkte als burger bij de ESMA, een technische school van de marine. De ESMA is het beruchtste martelcentrum van de dictatuur geweest. De vreselijke dingen die daar gebeurden, zag Carlos af en toe. Dat vertelde hij aan zijn moeder en zijn zus en kennelijk ook aan een vriend. Dat laatste heeft hem zijn leven gekost.

Het meest nog raakte me de dapperheid van deze vrouw waar ik tegen overzat - 74 jaar en nog geen 1.50 meter. Keer op keer heeft ze tijdens de dictatuur bij militairen op de deuren staan kloppen om opheldering te vragen over de verdwijning van haar broer. Ze stond oog in oog met Alfredo Astiz (http://en.wikipedia.org/wiki/Alfredo_Astiz), die verantwoordelijk wordt gehouden voor de laffe moord op twee Franse nonnen. ¨ Ik was niet bang,¨zei ze, ¨daarvoor was de pijn te groot.¨



De demonstratie eindigde in het Plaza de Mayo waar de menigte vanaf het podium werd toegesproken. Sommige sprekers vonden het nodig om er een soort anti-regeringsbijeenkomst van te maken en van alles en nog wat te eisen, bijvoorbeeld een zes-urige werkdag! Helaas, vonden enkele demonstranten die wij spraken. Zo werd de aandacht van de belangrijkste boodschap - dit nooit meer - alleen maar afgeleid.

James en ik wisten ons intussen tot de persruimte door te dringen door slechts heel druk met een blocnote te zwaaien. De veiligheid was dan ook in handen was van vrijwilligers van de Arbeiders Partij met nergens een agent te bespeuren. Zo konden we voor het podium staan en de menigte van achter labiel ogende hekken aanschouwen. Een groep straal-bezopen getatoeëerde mannen die zich de Peronistische Jeugd noemden, maakte het leven voor de mensen vooraan zuur door met wijn te smijten en onderling op de vuist te gaan.


Toen bleek dat de Moeders van de Plaza zich halverwege de menigte begaven en het de bedoeling was dat zij door het midden van de meute naar het podium kwamen, ontstond paniek op het podium. De massa werd via de microfoons gesmeekt om plaats te maken, terwijl fotografen zich over de veiligheidsmensen heen worstelden om foto´s te nemen van de geplette dames. Uiteindelijk verscheen toch uit de hossende massa een vijftiental lieve oude vrouwtjes met witte sjaals om hun hoofd. Voor ons was dat het teken om te vertrekken en ons verhaal te gaan schrijven. De rest konden we op de televisie volgen.


* Ik zal voortaan proberen om om de twee dagen een nieuwe post te plaatsen*

** Het is mogelijk om commentaar achter te laten door op comments te klikken. Je hoeft geen lid te zijn, klik gewoon anonymous aan**

Sunday, March 19, 2006

Woning ex-dictator bekogeld



Een massale optocht van trommelende en zingende studenten legde zaterdag het verkeer stil langs één van Buenos Aires´voornaamste toegangswegen. De optocht was bedoeld om te herinneren aan de staatsgreep van 24 maart 1976, die uitmondde in een militaire dictatuur van 6 jaar en het leven kostte aan duizenden personen.
Met trommels, fluiten en toeters voeren de demonstranten over de Avenida Cabildo en de Avenida Santa Fe en langs het huis van de voormalige generaal Videla, architect van de coup en vijf jaar lang leider van de militaire junta. De gevel van het appartement van Videla werd met verf en flessen bekogeld.

Het gebouw waarin de bejaarde ouddictator woont was met hekken afgezet en moest door politieagenten worden beschermd. Agenten voor het gebouw aanwezig bevestigden dat het om de woning van Jorge Videla ging en vertelden dat zich elk jaar rond de verjaardag van de staatsgreep demonstranten voor het gebouw verzamelen.
Dit jaar is het precies 30 jaar geleden dat militairen de regering van Maria Estela Martinez de Perón omverwierpen. In 1985 werd Videla voor zijn rol in de staatsgreep tot levenslang veroordeeld, maar kwam in 1990 weer op vrije voeten, dankzij een amnestie verklaring door toenmalig president Menem. In 1998 werd hij opnieuw veroordeeld, deze keer voor zijn rol in de ontvoeringen van honderden kinderen tijdens de dictatuur. Door zijn hoge leeftijd verblijft hij onder huisarrest.
De huidige regering van president Kirchner heeft 24 maart vorige week uitgeroepen tot een nationale feestdag.

Saturday, March 11, 2006

Demonstratie Partido Obrero

In BA stuitte ik vrijdag op een brave demonstratie tegen 'misstanden tegen de werkers' in Las Heras, een stadje in de provincie Santa Cruz, het verre zuiden van Argentinië. Juan, een jongen van 21 legde me uit waar het ze om te doen was. Enkelen weken geleden is in Santa Cruz - de provincie waar de huidige president Kirchner voorheen gouverneur van was - een politieagent omgekomen tijdens rellen tussen de politie en arbeiders in de olieindustrie. Sindsdien wordt door de politie en de gensdarmerie keihard opgetreden tegen de werkers, waarvan enkelen vastzitten op verdenking van moord.

Eén daarvan is 14 jaar oud, zegt Juan, heeft een weeklang vastgezeten zonder aanklacht. De demonstranten eisen vrijlating van de gevangenen en dat de gensdarmerie terugkeert naar zijn barakken. Bovendien willen ze ook een afschaffing van de huidige wet om op inkomens van boven de 2000 pesos inkomstenbelasting te heffen.

Dat laatste vond ik vreemd, 2000 pesos (ong. 550 euro) is in Argentinië een bovenmodaal inkomen. Veel gezinnen moeten het volgens de kranten in dit land met 400 pesos per maand doen. Maar, zo zei Juan, in het zuiden is alles veel duurder, iets wat ik ook elders heb gelezen.

Het ziet er een beetje klungelig uit zo´n demonstratie en bovendien lijkt het volstrekt nutteloos, maar toch. Noem me maar neerbuigend, het heeft toch iets moois als mensen zo begaan zijn met een zaak. Zeker als die zich afspeelt op een afstand van 4000 kilometer van je huis. Juan had ook op het bierfeest (zie hier onder) kunnen staan en klagen over de moeite die het kost om aan drugs te komen in dit land.

Stappen

Voor het eerst sinds ik hier aankwam ben ik gaan ¨stappen¨. Gisteravond bezocht ik met twee collega´s van de krant en vrienden daarvan een fiesta de cerveza. Juist, een bierfeest. In een aaneenschakeling van afgeladen hallen stonden allerlei gerstenatkraampjes waar de gegoede jeugd van BA zich bezatte. Leuk voor ze. Ik heb honingbier geproefd en allerlei Zuid-Amerikaanse pogingen om soorten bokbier en Palm-achtige bieren te maken, waarvan de meeste het niet waar konden maken. Dat lag voor een groot deel aan het feit dat je uit plastic moest drinken.

In één van de zalen speelde een middelmatige reggaeband, die zo te merken enige lokale faam genoot. Het publiek, toch zo´n man of 3000 schat ik, ging helemaal los (zie foto). Voor Argentijnen betekent los gaan dat je probeert om in een groepje je kopstotend een weg door het publiek te banen in een volstrekt willekeurige richting. Hoe dichter iedereen op elkaar staat, hoe leuker. Gelukkig voor mij komt de gemiddelde Argentijn tot mijn navel.

Sprak nog een jongen die vertelde, zoals veel Argentijnen je vertellen, wat een vreselijk land Argentinië eigenlijk is. Nederland is fantastisch zei die, want je kunt er heel makkelijk aan marihuana komen, in Argentinië was dat zo lastig. Ik vroeg hem of ie ooit voor het roken van wiet hier was aangehouden en wat ie hier voor een jointje betaalde. Nee, hij was nog nooit door de politie opgepakt en een jointje kost hier 1,5 peso oftewel 40 eurocent. Toen ben ik wel even boos geworden. Mongool!
Verder wist die jongen me te vertellen dat hij verdrietig was omdat hij nooit de grond mocht bezoeken waar zijn oom had gevochten, namelijk de Falkland eilanden. (Argentijnen mogen er kennelijk niet komen van de Britten, wat niet zo heel gek is.) Wel gaf hij ruiterlijk toe dat zijn oom bekende beter te zijn behandeld in Engelse krijgsgevangenschap dan daarna door de Argentijnse staat. Van La Patria, waar hij een been voor had opgeofferd, kreeg hij één kom soep per week.

Om half vier nam ik een taxi naar huis, een rit van ongeveer 30 kilometer door de stad. Halverwege zijn taxichauffeur Hector en ik gestopt om hamburgers te eten en vertelde hij hoe mooi het is om met een vrachtwagen langs Atlantische kust naar het zuiden te rijden. Om 4.30 was ik thuis. Totale rit prijs nog geen 7 euro. Toch een prachtig land?

Friday, March 10, 2006

Vleesexport bevroren

De Argentijnse export van vlees wordt voor 180 dagen bevroren, zo maakte de regering gisteren bekend. De maatregel is bedoeld om de inflatie te lijf te gaan. Men hoopt als gevolg dat er meer vlees beschikbaar komt voor de binnenlandse markt, waardoor de prijzen niet verder stijgen.Het is het soort afspraak/decreet waarmee Kirchner na al maanden probeert de hoge inflatie - rond de 12 procent - te bestrijden. Eerder deze maand werd ook al afgesproken dat de prijs van LPG niet verder omhoog zou gaan, vorig jaar al werden de supermarkten aan banden gelegd. Van een rente verhoging door de centrale bank heeft kennelijk nog niemand gehoord.



Het lijkt er echter op dat de maatregel weleens heel onaangenaam uit gaat pakken. De branche van vleesexporteurs en die van de grote invriezers zeggen dat een stilstand van de export tot massaontslagen gaat leiden. De banen van 10.000 werknemers in de sector staan opeens op de tocht. De komende dagen zal blijken hoe Kirchner zich hier uit gaat redden.

toegev. 11.52: De maatregel lijkt effect te hebben, in iedergeval wat de prijzen betreft. Op de rundveemarkt werd vanochtend een prijsdaling van 15% waargenomen.

Thursday, March 09, 2006

Burgemeester eruit

Gisteren werd bekend dat de burgemeester van Buenos Aires moet opstappen. In de nasleep van een brand vorig jaar in een discotheek die aan meer dan 100 mensen het leven kostte, werd Ánibal Ibarra de wacht aangezegd. Tijdens een impeachmentproces geleid door een speciaal samengestelde commissie stemde 10 van de 14 gemeenteraadsleden tegen Ibarra, waarmee de benodigde 2/3de meerderheid voor ontzetting uit het ambt werd bereikt. Zijn vroegere vriendschap met president Kirchner kon hem niet redden. Sterker nog, één van de Kirchnerloyalen in de raad gaaf de doorslag in de stemronde.



De stuwende kracht achter de ondergang van de burgervader is een meneer Macri, telg uit een puissante rijke Italiaanse familie van ijskast- en autohandelaren en voorzitter van Boca Juniors. Een erebaantje die zijn vader voor hem gekocht heeft om een basis te hebben van waaruit hij president kan worden, zo zeggen kwade tongen. Mocht het zover komen dan hij zal niet de eerste zijn die het van voorzitter van een sportclub tot president schopt. ¨Dubya¨ deed het niet anders.

Tijd om te verhuizen


Voor reizen moet men in Buenos Aires de tijd nemen. Elke dag neem ik de trein naar Retiro, een enorm 19de eeuws station. Vanaf daar pak ik de bus tot net voorbij het Plaza de Mayo en het laatste stukje loop ik. Al met al ben ik ruim een uur bezig. Dat en het feit dat ik werk van drie tot tien, en daarom pas zeer laat terugkom, betekent dat ik een woning dichter bij het centrum zoek. Ik wil graag in de volkswijken La Boca of San Telmo wonen, maar volgens Jacques en zijn kinderen is het daar ´medio inseguro´ voor al ´s nachts. Zij hebben liever dat ik mij in Palermo of Recoleta instaleer, de duurdere wijken van het centrum. Mama herinnert zich misschien nog het Hotel Alvear waar ze de eerste week van haar verblijf in Argentinië woonde, dat ligt in hartje Recoleta.

http://www.alvearpalace.com/ingles/h_royal.htm

Het is maar de vraag of ik mij een kamer in die wijk kan veroorloven. Donderdag liep ik er rond, overal zie je oude dames die met alle middelen die te krijgen zijn de ouderdom bestrijden. Als het dan toch zo ver komt eindigen ze op de begraafplaats van Recoleta, de uitzinnige necropolis van de Argentijnse fortuinen...en Eva Peron. Metershoge marmeren en granieten tombes, overal standbeelden van generaals.
De meeste tombes kennen ook nog twee ondergrondse verdiepingen. De enige levende wezens zijn de honderden katten, die door twee oude dames worden verzorgd.

Wednesday, March 08, 2006

Ye Olde Buenos Ayres Herald


Werken doe ik bij de Buenos Aires Herald, een krant die zo bizar is, dat als ie niet zou bestaan, je hem nooit zou bedenken. Het kantoor is zo te zien ooit de set geweest voor een B-film uit de de jaren ´60. De wanden zijn bruin en behangen met tal van gedateerde grapjes, aanwijzingen voor archaische computersystemen en lang verlopen aankondigen. Langs de wanden staan metalen archiefkasten, geen twee hetzelfde, allemaal uitpuilend met vergeeld papier. De computers lopen op Basic. Weet je nog, geen muis, geen kleuren en een hele reeks F-toetsen onthouden. Niet dat dat veel uitmaakt want ze willen toch dat ik alles uitschrijf. Met ze bedoel ik het bonte gezelschap waar ik mee werk. Die lijken niet uit één maar uit wel tien verschillende B-films te zijn weggelopen.

De hoofdredacteur is AGY, een bebaarde Anglo-Argentine, die geen foto op de voorpagina wil van een demonstratie van 20.000 man op het plaza de Mayo, 'because Argentines are always complaining'. De adjunct, MS, is zo'n spierwitte oude Engelsman met vlekken op zijn broek en overhemd die onverstaanbaar mompelt. Ondanks dat zijn enorme bril met jampotglazen altijd net iets anders staat, slaagt hij er nooit in hem recht op zijn neus te krijgen. De redactiechef heet Joe, komt uit Illinois, heeft het hoofd van een bejaarde baseball coach en draagt over zijn blauwe overhemden altijd een Disney das. Ook hem kan ik niet verstaan, hij klinkt net als Mickey Rourke.



Dan is er nog Nicolás, de andere chef, een Argentijn met rode sokken en een schippers pet, die een soort poëtisch Engels spreekt, waar ze in Engeland nog nooit van hebben gehoord. Mijn evenknie heet Tom, zoon van de Engelse ambassadeur in Brussel en een Britse raskakker van 23 jaar die Militaire Geschiedenis aan Kings College in Londen heeft gedaan, wel een geestig baasje. Verder is er Max, een hele relaxte Amerikaan, en zijn landgenoten Jeannette en James. Die laatste is een jaar of 30, werkt eigenlijk voor een Amerikaanse zusterkrant, maar is hier een tijdje komen wonen met zijn vrouw om zijn Spaans bij te spijkeren. Hij - hij heeft in Irak ´embedded´ gezeten en in Aghanistan verslag gedaan - is een van de weinigen waarvan ik het idee heb dat die weten hoe anders het hier aan toe gaat dan in de rest van de beschaafde krantenwereld. Niet dat ze hier niet beschaafd zijn, het is alleen wat anders…

Mijn taak binnen dit journalistieke circus is voorlopig het lezen van alle berichten die binnenkomen van Reuters en AP, zo´n duizend op een dag. De belangrijkste, ongeveer de helft, moet ik opslaan, via een ingewikkeld proces van allelei F-toetsen.. En als Nicolás de avondchef is, moet ik van elk verhaal – dat vaak uit meerdere berichten bestaat – een korte samenvatting schrijven. Aan het einde van de avond onderstreept hij op mijn vele volgekalkte blaadjes welke hij gaat gebruiken voor de hoofdverhalen en welke ik moet verwerken in een soort van wereldoverzicht. Ik moet nog wennen.

Oh, en ik ben ook verantwoordelijk voor het weer. Sunny.

Wednesday, March 01, 2006

Een staaltje Argentijnse slinksheid

Chronoligisch: Vlucht amst-washington. Prima vlucht, maar United Airlines is duidelijk geen KLM. Alles nogal versleten, van de stoelen tot de stewardessen. Eten was ook niet alles - wie zijn broodje laat vallen riskeert een gat in het vliegtuig te maken. Maar de acht uren waren zo om en voor ik het wist stond ik met mijn handbagage van 15 kilo op Dulles International Airport met nergens een karretje in zicht. Vijftien keer mijn paspoort laten zien, mijn koffer in de ene zaal opgehaald om in de andere weer de een machine in te gooien, in de ijdele hoop dat ie ooit in Buenos Aires (voortaan BA, dank Jan) terecht zou komen.

Het eerste dat opvalt in Dulles is dat alle strikte controles op binnenkomende passagiers - ik moest zelfs mijn schoenen op de band leggen - uitgevoerd worden door wat wij in Holland allochtonen noemen. Het zijn de oudmigranten die de nieuwe in de gaten moeten houden.

Het tweede gegeven is dat je twee kenmerken van het huidige Amerika schuin tegenover elkaar in de vertrekhal vindt. Op het volskrekt verlaten en verrassend kleine Terminal licht rechts de Airport Chapel, waar reizigers zich even tot opperluchtverkeersregelaar kunnen richten. Op nog geen twintig meter daar tegenover bevindt zich een winkel - notabene van het Smithsonian institute - dat militaire kledij in alle maten verkoopt. Voor kinderen is er de Topgun-jas en Commander in Chief-pet. God Bless America.

En in het bijzonder United Airlines, want ik moet nog 10 uur. Inmiddels werd ik al een beetje bekropen door wat ze in Argentinië viveza criolla noemen. De tegen illegaliteit schurkende slinksheid die Argentijnen als een groot goed beschouwen. Geen beter voorbeeld dan de ´Hand of God´die Maradona uitstak op het WK in ´86. Nu had ik al, bij gebrek aan karretje, mijn hele hebben en houden op een rolstoel gemikt, hetgeen het brave ´god fearing folk´ om mij heen deed fronsen. Maar toen ik eenmaal acht uur op mijn vlucht had gewacht, kreeg de viveza mij pas echt in zijn greep. Ik besloot net zo lang met boarden te wachten totdan iedereen in het vliegtuig was, om dan heel onschuldig in de eerste de beste lege Business Class stoel te gaan zitten. Toen ik het vliegtuig inliep bleken die echter allemaal bezet, helaas. Maar de stoelen gereserveerd voor passagiers met gold en silver miles kaarten - die beschikken over 50cm! extra beenruimte - waren dat bij verre na niet. Op twee na waren ze allemaal vrij. Zonder om me heen te kijken ben ik meteen voorin rechts in de middelste rij gaan zitten, met voor me slechts het muurtje naar de B. Class. Mooi, dacht ik, en nu meteen heel geinteresseerd in The Economist gaan bladeren alsof er niets aan de hand is.

Alles ging perfect, de stewardess (60+) groette mij vriendelijk en ik dacht we gaan zo vertrekken. Totdat de piloot omriep dat we moesten wachten omdat een grote groep passagiers van een aansluitende vlucht nog aanboord moest komen. Toen zei een stem, ¨Pit, dit gaat niet goed.¨ Maar opstaan en mijn spullen verplaatsten uit de locker zou betekenen dat de hele economy class - ik zat immers vooraan - in de gaten zou hebben dat ik daar niet hoorde en dat ik me door het bericht liet verjagen. Een fraudeur! Er zat dus niets anders op dan zitten en bidden. (Had ik toch maar even de Chapel bezocht)

Langzaam stroomde het vliegtuig vol en telkens als er iemand links of rechts van me zijn bagage boven wegstopte of zelfs maar in mijn richting keek, dan schoot me het schaamrood naar de kaken. Mijn blaadje was inmiddels tot een vod verworden. Maar zie hier waarom deze slinksheid zo door de Argentijnen wordt geprezen. Omdat het altijd loont! Als Maradona die volliep met tranen bij het klinken van de eindsignaal in de wedstrijd tegen Engeland, zo snikte ik ook van opluchting toen de piloot aankondigde dat inmiddels iedereen aanboord was en de deuren werden gesloten. Ik waagde een blik om mij heen en alle stoelen, voor, achter, links en rechts van me, waren bezet! Badend in het zweet, kroop ik dicht tegen mijn kussentje, strekte mijn benen tot hun uiterste en viel in slaap.