De blog was een paar maanden off-line, waarvoor mijn oprechte excuses. Het zou maar voor een paar dagen zijn, maar de lethargie beviel te goed, zoals gebruikelijk.
Maar ik ben weer terug. Er is veel gebeurd sinds mijn laatste post - dat spreekt voor zich. Paraguay was fantastisch. Ik hou van dat land. De presidentsinauguratie was legendarisch met het nieuwe staatshoofd Fernando Lugo op sandalen en zonder das omringd door generaals in mierzoete uniforms. Ik hield er nog een interview met de oud bisschop Lugo en een avond als gast op een talkshow aan over.
Met Chávez en Lugo trokken we toen in karavaan naar het straatarme San Pedro om het gepeupel op het hart te drukken dat de revolutie nu heus ging beginnen. "Dood aan Yanqui's" schreeuwde de campesino's in koor. Maar onder vier ogen klaagden ze dat het juist de Brazilianen zijn die stilletjes aan het land opkopen en op keuterboeren jagen. "Maar als we 'Dood aan de Brazilianen' roepen dan krijg je een diplomatiek incident," bekende een schorvoetende boer. Dan maar tegen Uncle Sam tekeer, die kan meer hebben.
Lugo kreeg bovendien van Chávez een gepoetst zwaard om die dreiging in praktijk te brengen.
Van de hoofdstad Asunción toog ik naar het noordelijke Friesland. Friesland, Paraguay wel teverstaan. Daar houdt zich een kolonie Mennonieten schuil die met vlijt en spaarzaamheid in de bakkende zon een bloeiend boerenbestaan heeft opgebouwd. Nu helpen ze hun buren in dezelfde richting. De reportage voor Vice Versa kun je hier vinden.
Na Paraguay volgde en reis naar de Argentijnse provincie Santa Fe die leek te bezwijken onder een aanhoudende droogte. 500,000 runderen lieten het leven voordat de regen soelaas bood. Voor De Pers schreef ik dit verhaal.
Toen was ik wel weer aan vakantie toe en dus kwam een bezoek van moeder-lief als gelegen. Met mama en Mariela trokken we naar Córdoba en een paar dagen uit te rusten ten huize van mijn vriend AJH, een energieke tachtiger die Argentinië's meest succesvolle hulporganisatie leidt en allang tot graaf was geridderd als ie niet in een republiek woonde.
Sonny, zoals hij voor vrienden heet, snorde ons drie dagen rond in zijn Ford A en trakteerde op ijsjes. Mama bezocht haar roots in Villa Dolores en Mariela genoot van de rust.
Van Córdoba gingen we naar het noordwesten van Argentinië, naar de provincies Salta en Jujuy. Naast empanadas stonden de projecten van Sonny in deze arme streek op het menu. Van wormenfarms tot weefgetouwen, van alles kwamen we tegen op onze speurtocht langs kleine gemeenschappen die met een eenvoudig project op weg worden geholpen. Alles tegen de achtergrond van de adembenemende Humahuaca vallei - een betoverend kleurrijk maanlandschap zonder gelijke.
Onze gids en een bekende van mij uit een eerder avontuur was Santiago. Volgens zijn titel landbouwdeskundige, maar gaucho in hart en nieren en een omgevallen boekenkast wat lokale geschiedenis en natuurlijke omgeving betreft. Het is altijd een plezier om met mensen op pad te zijn die trots zijn op hun streek en Santiago heeft Jujuy door zijn aderen pompen.
Terug in Buenos Aires kreeg ik nauwelijks tijd om van mijn ouder afscheid ten nemen of de volgende reis begon al weer. Dit moest de Moeder aller Tochten worden: Te paard over de Andes. In zes dagen van Chile naar Argentinië rijden over passen van 4,500 meter in de voetsporen de Argentijnse generaal San Martín. Overdag acht uur rijden en s' nachts kamperen op stijle rotsgronden.
Een uitdaging op zich. Voor mij nog iets zwaarder want van paardrijden weet ik nog minder dan van kamperen. Maar ik ben al weer en paar dagen terug en kan weer zitten. Dus hopelijk volgt snel het verhaal.
Eerst de kerst. In de keuken scharrelt een kalkoen van 7 kilo die om aandacht vraagt want we eten hier vanavond met zijn 11'ven. Jullie ook een fijne K. toegewenst. Voortaan beloof ik weer wat vaker te posten.